Wat voor onderkleding draag je als je gaat snowboarden of skiën?

Layering is letterlijk het combineren van verschillende laagjes kleding.

Het is een bewezen concept om warm en droog te blijven op de piste. Elke kledinglaag heeft zijn eigen doel. En door gedurende de dag lagen aan of uit te trekken, kun je je gemakkelijk aanpassen aan veranderende weersomstandigheden. Tijdens het skiën en snowboarden draag je meestal ten minste drie lagen: een basislaag die vocht afvoert, een isolerende tussenlaag en een buitenlaag die wind, sneeuw en water tegenhoudt. Je onderkleding werkt dus samen met je ski jas en skibroek om je de hele dag droog te houden.

Voor skiën en snowboarden kun je dezelfde layers kiezen. De sporten lijken qua intensiteit sterk op elkaar en worden onder dezelfde weersomstandigheden beoefend. Wat belangrijker is, is welk type snowboarder of type skiër je bent. Als je de backcountry intrekt en veel moet hiken, heb je misschien andere lagen nodig dan wanneer je je dagen op de normale pistes of in het snowpark doorbrengt.

Er zijn drie soorten layers voor skiën en snowboarden: base layers, mid layers en outer layers.

Goede onderkleding voor skiën en snowboarden moet zweet van je huid afvoeren. Als je zweet nergens heen kan, word je nat en uiteindelijk koud. Daarom moet je base layer (ook wel first layer genoemd) gemaakt zijn van materialen met vochtafvoerende eigenschappen. Denk aan wol, nylon en andere synthetische materialen. Vermijd katoen. Katoen neemt vocht op en verliest direct al zijn isolerende eigenschappen als het nat wordt. Een base layer moet vrij strak om het lichaam zitten, zonder je in je bewegingen te beperken. De basislaag bestaat meestal uit een thermische top met lange mouwen en een thermische legging, maar je kunt ook kiezen voor een pak of onesie. Kies afhankelijk van het seizoen waarin je skiet of snowboard voor een dunnere of dikkere onderlaag.

De mid layer of second layer is de laag die je lichaamswarmte vasthoudt. Het is ook de laag die je in staat stelt om je aan te passen aan veranderende weersomstandigheden. Door kledingstukken toe te voegen of te verwijderen, ben je klaar voor elke conditie. Als het echt koud is, kun je soms meer dan één laag gebruiken, terwijl je in warmere weersomstandigheden soms helemaal geen isolerende laag nodig hebt. De tussenlaag moet isolerend en ademend zijn. Daarnaast wil je dat de kleding licht en opvouwbaar is, zodat het makkelijk in je rugzak past. Vaak gebruikte tussenlagen voor skiën en snowboarden zijn fleece of wollen shirts met lange mouwen en opvouwbare donsjacks. Meestal heb je onder je skibroek geen middelste laag nodig. Dit is alleen nodig in de koudste omstandigheden. Zorg ervoor dat je tussenlaag comfortabel onder je jas past en je niet beperkt in je bewegingsvrijheid.
‎

De laatste laag van je layering systeem is de outer layer of shell. Deze laag heeft de serieuze taak om wind, sneeuw en regen te blokkeren zodat de andere lagen hun werk kunnen doen. De shell moet niet alleen wind- en waterdicht zijn, maar ook ademend, zodat transpiratie kan verdampen. Zoek naar snowboard- en ski-jassen met solide waterdichtheid en ademend vermogen. Bij voorkeur met een waterdichtheid van 10K of hoger en een ademend vermogen van 8K en hoger. Als je op zoek bent naar het beste van het beste, ga dan voor een jas en broek gemaakt van Gore-Tex. Veel ski- en snowboardjassen hebben een voering voor extra warmte. Dit is geen probleem als je in koudere omstandigheden rijdt. In warmere omstandigheden kun je het hierin echter te warm krijgen. Voor die omstandigheden kun je uit een jas die alleen water en wind tegenhoudt, of een jas waarbij de isolerende voering uitritsbaar is.
‎

Als je het basis layering systeem hebt geprobeerd, kom je er vanzelf achter wat voor jou het beste werkt. Zoek uit welke onderkleding je fijn vindt en hoeveel lagen je nodig hebt voor snowboarden en skiën in verschillende omstandigheden. Onthoud dat je altijd lagen kunt toevoegen, verwijderen en vervangen om je aan de omstandigheden aan te passen. Veel plezier en blijf lekker warm!